Standaard

Verslag overleg met Raad van Toezicht Kits Primair

Intern verslag door DBW en PB Broekstreek.

Gesprek van afvaardiging Raad van Toezicht en directeur-bestuurder Kits Primair (KP) en afvaardiging Dorpsbelang Witteveen (DBW) en Plaatselijk Belang Broekstreek (PBB). Datum: 22 november 2019

Aanwezig:
RvT KP: Jan de Wit (voorzitter), Peter Vereijken. Directeur-bestuurder KP: Koos van Riezen.
Plaatselijk Belang Broekstreek: Marjan Heuvelman (voorzitter), Arnold Prins.
Dorpsbelang Witteveen: Liesbeth Langen (voorzitter), Roos Glastra.

Onderwerp: voorgenomen verhuizing van de peuterspeelzaal/BSO in Witteveen naar basisschool de Wenteling in Balinge.

De RvT stelt dat het zeer uitzonderlijk is dat een RvT op een dergelijke wijze om de tafel zit. De RvT heeft de bedrijfsvoering uitbesteed aan de directeur-bestuurder en is daar toezichthouder op. In het kader van relatie onderhoud hebben zij gemeend dit gesprek toch aan te moeten gaan.

De dorpen zijn blij dat dit gesprek nu plaatsvindt en dat zij de gelegenheid krijgen toe te lichten hoe zij de besluitvorming over de verplaatsing van de psz/bso hebben ervaren, waarom zij daar ontevreden over zijn en wat hun ongerustheid is.

  • Er is geen recht gedaan aan wat de dorpen in 2012 met elkaar, en met de voorloper van KP de OBOMD, hebben gerealiseerd: vanuit juist de zorg om goed onderwijs te blijven behouden werd een fusieschool gerealiseerd waarbij de basisschool in Balinge werd gehuisvest en de psz in Witteveen (met de intentie te komen tot een IKC). Er was sprake van een grote betrokkenheid van de dorpen en de ouders (alle ouders hebben ingestemd met de uitkomst). Het betuigd van goed rentmeesterschap als Kits primair zich in deze historie had verdiept.
  • In de huidige besluitvorming is deze betrokkenheid niet benut, er heeft zelfs geen/nauwelijks communicatie plaats gevonden.
  • Er is onduidelijkheid over de visie: waarom kan de doorgaande leerlijn niet vanuit twee locaties worden gerealiseerd? 
  • Er is grote ongerustheid over de duurzaamheid van de school, temeer daar de vanzelfsprekende keuze van ouders voor de Wenteling om verschillende redenen ter discussie is komen te staan.

Toelichting van de RvT op de besluitvorming:

  • De wereld nu is anders dan destijds met de OBOMD: destijds was er sprake van alleen onderwijs, nu is er sprake van IKC’s waarbij Kits Primair de peuterspeelzalen van de SPMD en de kinderopvang van ASKA heeft over genomen.
  • Deze transitie en de transitie van bestuur naar RvT heeft de organisatie veel tijd en energie gekost. Dat was niet alleen een inhoudelijke kwestie, maar moest ook financieel in de hand worden gehouden.
  • Met in achtneming van de krimp in de onderwijswereld en de nieuwe wetgeving VVE was het noodzakelijk een plan op te stellen waarin de kindcentra gefaseerd worden gerealiseerd. En vanaf mei 2018 werd ingezet om in augustus 2020 een IKC in de Wenteling te realiseren
  • Visie doorgaande leerlijn: dat kan alleen maar goed vanuit 1 locatie waar kinderen van jongs af aan elkaar zien, leren kennen, samen dingen kunnen doen. De visie is dat er sprake moet zijn van integraliteit (gaat verder dan samenwerken vanuit 2 locaties). En daarmee is het proces voor de Wenteling (en het verplaatsen van de peuterspeelzaal) onomkeerbaar.

Op basis van het voorgaande wordt het volgende geconstateerd en afgesproken:

  • DBW/PBB begrijpt de visie, maar betreurt dat dit niet vanuit twee locaties mogelijk is. Deze visie mbt de doorgaande leerlijn vanuit 1 locatie zal door Kits Primair toegelicht worden in een schrijven aan de ouders en in beide dorpsbladen.(voor Kerst).
  • De RvT erkent dat de communicatie niet goed is geweest en dat er ten onrechte niet gezocht werd naar betrokkenheid vanuit de dorpen. DBW en PBB dringen er op aan dit ook in het artikel op te nemen.
  • De dorpen richten zich in deze kwestie op de leefbaarheidsaspecten en laten de onderwijsinhoudelijke vragen geheel bij Kits primair en de medezeggenschapsraad. 
  • Het gedeelde belang van de dorpen en Kits Primair is dat er een duurzame school in deze regio behouden blijft. Zij voelen daar gezamenlijk verantwoordelijkheid voor en de dorpen spelen daarbij een pro-actieve rol. Het streven is jaarlijks te kunnen stellen dat de school nog 10 jaar blijft bestaan.